Ik moest veel verschillende voeten hebben
De prothese waarmee ze een half jaar zou moeten proberen goed te gaan lopen, bracht ze na een week alweer terug naar de revalidatiearts. Lopen ging goed. Check, what’s next? Nou, eh niks eigenlijk. Met deze ‘voet’ kon ze misschien wel lopen, maar verder niets. “Ik begon te begrijpen dat ik eigenlijk heel veel verschillende voeten moest hebben om de dingen te kunnen doen die ik vóór mijn operatie ook kon doen: op hakken lopen, squashen, boarden. Ik vroeg mijn arts: is er dan geen voet te krijgen die alles kan? Zijn antwoord: Jawel, maar die heb ik er nou net afgehaald.”
Ik wil laten zien wat er wél kan
De ontmoeting met de Canadese snowboarder, de persoonlijkheid van Mentel zelf en de contacten die zij als topsporter heeft, zorgden ervoor dat ze sneller nieuwe voeten kon eisen en daardoor ook sneller kon gaan. De topsporter in haar zag de amputatie en de revalidatie als een ‘verloren wedstrijd’ waar je van kunt leren. Die je uitdaagt om nog beter te worden, op bepaalde terreinen hard te trainen, de focus te houden. En het plezier natuurlijk. “Ik wil laten zien wat er wel kan. Ik ben in achttien jaar tijd nog nooit iets tegengekomen dat ik niet meer kan omdat ik een been mis. Ik wil ook het zorgsysteem uitdagen dat bepaalde dingen bij voorbaat al uitsluit.”
Als ik het kan, kun jij het ook
Artsen, fysio’s en revalidatieartsen houden je juist tegen, is Mentel’s ervaring: “Doe maar rustig aan, ze willen het verwachtingspatroon laag houden voor je.” Dat geldt ook voor ouders van kinderen met een beperking. “In het geval van kanker zijn de ouders uiteraard allang blij dat hun kind nog leeft en beschermen ze hun kind uit alle macht tegen teleurstellingen. Heel begrijpelijk, maar het kan ook anders.” Mentel wil kinderen juist graag laten ervaren dat er nog zoveel mogelijk is. Haar Mentelity Foundation spant zich daarvoor in (zie kader). Het is haar drijfveer om kinderen met een beperking ook zo naar hun leven te laten kijken, zichzelf uit te dagen om te blijven leren en zich verder te ontwikkelen. Dat doet zij door boardsporten aan te bieden voor deze jongeren. Mentel: “Leren, uitdagen, ontwikkelen, dat stuk wordt overgeslagen zodra er een beperking is. ‘Dat kan ik toch niet’, hoor je maar al te vaak. Dan antwoord ik: ‘Als ik het kan, kun jij het ook.’ En dat is ook zo. En dat vertaalt zich door in het dagelijks leven. ‘Als ik dit kan, kan ik misschien ook toch wel andere dingen. Hoef ik niet altijd iemand te vragen iets voor mij te pakken, kan ik misschien zelf wel dat keukentrapje op. De zelfredzaamheid en de weerbaarheid nemen enorm toe. En de wereld wordt weer groot.”
10.000 kinderen thuis zonder juiste prothese
De inschatting van Mentel en de haren is dat er zo’n tienduizend kinderen thuis zitten zonder de juiste prothese. Een prothese is duur, kost tussen de vijf- en zevenduizend euro. Je krijgt elke paar jaar een nieuwe, en daar moet je het mee doen. “Rennen is er niet bij”, zegt Mentel. “Ja, met die ene prothese die ze hebben is het rennen met een skischoen aan, dat idee. Dan kun je dus niet meedoen en sta je alsnog aan de kant bij het buitenspelen.” Een actieve prothese is duurder en wordt niet vergoed. Daar laten Mentel en haar Mentelity Foundation, waarin haar man overigens de kar trekt, het niet bij zitten. Zo weten zij nu dat je voor vijfhonderd euro een instapmodel blade kunt krijgen die je een paar jaar kunt gebruiken. “Langer hoeft ook niet voor een kind in de groei, maar hij of zij kan zo wel weer de sensatie van rennen meemaken. En blijven meedoen.” Mentel zelf heeft ook een blade sinds een paar jaar. “Ik had zestien jaar niet meer hardgelopen. Dit behoorde overigens tot de dingen die ik niet zo erg vond”, zegt ze met een brede grijs. “Maar toen ik wel weer kon hardlopen was dat een andere sensatie, die snelheid. Heerlijk.” Mentel vindt dan ook dat elk kind twee extra ‘voeten’ zou moeten mogen krijgen, voor verschillende toepassingen. “Dat geld heb je als samenleving en zorgverzekeraar binnen no time terugverdiend, omdat een kind in alle opzichten er beter aan toe zal zijn en minder zorg nodig zal hebben.”
Snowboardles in Zoetermeer
Dat is ook wat Mentel met eigen ogen ziet als ze op zondagochtend in Zoetermeer gaat kijken bij de kinderen die via de Mentelity Foundation snowboardles krijgen. Na de Olympische Spelen toog ze er ook heen, nadat ze een paar maanden niet had kunnen komen kijken door alle voorbereidingen en de Spelen zelf: “Zie ik ineens een jochie, dat geboren is met een open ruggetje, met prachtige carvebochten naar beneden komen. De laatste keer dat ik hem zag boarden roetsjte hij nog de bochten door. Dan ben ik zo ongelofelijk blij voor dat joch met dat stralende koppie.” De kinderen betalen dezelfde prijs voor de snowboardles als valide sporters. Mentel vindt dat belangrijk: “Je moet ze niet verwendicapten.” Maar haar foundation betaalt de extra begeleiders die nodig zijn bij deze lessen en eventueel ook het vervoer van en naar Zoetermeer. Voor valide sporters zijn er mogelijkheden te over dicht in de buurt. Sporters met een beperking hebben minder keuzemogelijkheden en moeten vaak verder van huis sporten.”
Als actieve sporter kan ik het verschil maken
De kinderen leren, maar Mentel leert ook nog elke dag. Dat is haar drijfveer. “Ik maak al 25 jaar progressie. Als ik dat niet meer doe, dan stop ik ermee.” Vier jaar geleden, na de vorige Spelen, was er een moment waarop ze moest beslissen of ze door zou gaan met topsport of niet. Mentel: “Ik realiseerde me dat ik als actieve sporter het verschil kan maken. Na Sotsji werd ik uitgenodigd bij de Minister van Volksgezondheid om eens te komen praten. Deuren gaan open. Ik spreek bijvoorbeeld op congressen voor zorgverzekeraars of artsen. Ik krijg de mogelijkheid en de kans om aan tafel te zitten en mee te praten, kan mijn visie op leven en sporten met een beperking delen. Dus afgezien van mijn eigen plezier in mijn sport, was dit ook een belangrijk inzicht. Ik besloot door te willen gaan. We gingen met de kids om tafel om dit met hen te bespreken. Ik zou dan ’s winters weer veel weg zijn de jaren erna. Ze begrepen het en stemden in, onder één voorwaarde: dat ze mee mochten naar Sotsji. Nou, dat was wel een heel minimale eis, toch?” En er volgden twee gouden medailles.

Delen